Literatuur
- Monde, N. van der, Geschied- en Oudheidkundige Beschrijving van de Pleinen, Straten, Stegen, Waterleidingen, Wedden, Putten en Pompen der Stad Utrecht, 3e deel. Utrecht (Van der Monde), 1846 (1e druk). Ongewijzigde herdruk Zaltbommel (Europese Bibliotheek), 1971. [370 blz. ISBN -]. Hierin "Stroosteeg": blz. 303-310, hierin over de Lutherse kerk: blz. 305-310.
- Procee, Geert, "Kerken en kapellen: waar Lutheranen samen kwamen". In: Luthers leven: 400 jaar lutherse gemeente in Utrecht, 2013 [jrg 75], blz. 27-48
- Registervermelding: "De Lutherschen in Utrecht - C.Ch.G. Visser", in: Maandblad Oud-Utrecht, 1964, blz. 22, 23.
- Schaik, J.W.C. van, Nicolaas van der Monde en de Utrechtse gevelstenen. Utrecht (eigen uitgave auteur), 1990. [118 blz. ISBN 90.9003424.2]. Hierin nr "102 Hervormingsdag": blz. 89 (de steen werd aan [of bij] de Lutherse kerk aangebracht in 1717 ter herdenking van 200 jaar Wittenbergse stellingen van Luther. "Verblijfplaats onbekend".).
- Krijnen, Paul, "Een Luthers dorpje in de Strosteeg". In: Oud-Utrecht (tijdschrift voor geschiedenis van stad en provincie Utrecht) [ISSN 1380.7137], [10-] 2017 [jrg 90], blz. 174-175 ("De Strosteeg was in de 17e en eerste helft van de 18e eeuw het centrum van de Lutherse gemeenschap in Utrecht. Vanaf 1624 bevond zich hier het kerkgebouw, dat na de nodige tegenwerking van het Calvinistische gemeentebestuur achter een onaanzienlijke gevel getolereerd werd. Aan de zijde van de Putsteeg, een steegje dat aan de zuidelijke zijde parallel liep aan de Strosteeg, werd achter de kerk een schooltje gerealiseerd, waarnaast vanaf 1705 de voorzanger-schoolmeester Johan Stau en diens opvolgers woonden. In 1642 werd ten westen van de kerk in de Strosteeg huize de Rijnstroom gekocht, dat zou dienen als pastorie. In de Strosteeg en Putsteeg woonden in de loop der tijd diverse Lutherse families. Ook de Lutherse Barend Grolman, stamvader van de Nederlandse familie Grolman waaruit later enige kunstschilders voort zouden komen, vestigde zich in het begin van de 18e eeuw na zijn komst uit Duitsland bijvoorbeeld in de Putsteeg. De Utrechtse Lutheranen keken al vanaf 1711 uit naar een mooiere kerk op een betere locatie. Dat werd nog urgenter toen er in 1735 een stal ten oosten van de kerk werd gevestigd. Het lukte in 1743 om de voormalige Abraham Dolekapel in de Hamburgerstraat te bemachtigen en in 1745 kon na een grote verbouwing de nieuwe kerk worden ingewijd. De voormalige kerk in de Strosteeg werd in 1749 verkocht aan gemeentelid Albert van Broek en kreeg de functie van 'parserije en berijderije', een werkplaats voor het vervaardigen van stoffen als laken en linnen." In de Strosteeg is nu een replica aangebracht van een door Van der Monde in 1840 getekende gevelsteen uit 1717, die de Luthersen geplaatst hadden in de gevel van hun kerk in de Strosteeg)
- "Lutheranen: van achteraf naar zichtbaar. Stichtingsjaar 1613 middenin tachtigjarige oorlog". In: Kerk in de Stad (blad van de protestantse Gemeente Utrecht), 17-05-2013 [jrg 20, nr 19], blz. 8. (Hierin: In 1613 werd Hibbus Magnus als predikant van de Lutherse gemeente aangesteld en dat feit wordt gezien als het begin van de gemeente in Utrecht. "Als eerste kerkgebouw fungeerde het woonhuis dat één van de vooraanstaande leden van de gemeente hiertoe had gekocht. Het lag in een smal steegje dat op de Lijnmarkt uitkwam, achter het huis van Jan Florisz, genaamde de Oliphant'." In 1624 verhuisde de kerk naar een schuilkerk in de Strosteeg: "In 1624 lukt het dan eindelijk, na de nodige tegenwerking van het stadsbestuur, om een grotere ruimte te betrekken, een kleine vijftig meter verderop, in een pand aan de Strosteeg. In deze schuilkerk maakte de gemeente een onstuimige groei door, onder andere door de komst van Duitse kooplieden. De kerk kon in 1638 uitgebreid worden: er kwam een orgel en een jaar later werd er een tweede predikant aangesteld. Midden zeventiende eeuw telde de gemeente zo'n 2.500 zielen. Daarna bleef het ledental lange tijd gelijk." In een apart kader: 'Klok met familiewapen in de kerk". Jan Volkers uit Amsterdam schonk de klok, met zijn familiewapen boven de wijzerplaat. Deze hing in de schuilkerk in de Strosteeg en nu in de Hamburgerstraat. "De Utrechtse klokkenmaker Issak Lachez maakte in 1724 het uurwerk.")
- Het Utrechts Archief, 841 Evangelisch-lutherse gemeente te Utrecht, aanvulling. 1.2.3.3.1. Strosteeg, Springweg.
18 Akte van verkoop door de kinderen en erfgenamen van Aert van Honthorst en Margareta van Wintershoven aan Albert van Lendern [ten behoeve van de lutherse gemeente] van een huis, hof en hofstede aan de Strosteeg naast de kerk, 1642. Authentiek afschrift. Met aantekeningen over de betaling, 1644, en met retroactum, 1615.
19 Akte van verhuur door de lutherse gemeente aan Johannes van Broeck van een huis aan de Strosteeg naast de kerk, 1712
20 Akte van verhuur door de lutherse gemeente aan Abraham van Geemen van een huis aan de oostzijde van de Springweg op de zuidhoek van de Strosteeg, 1748. Met akte van verkoop van dit huis aan Abraham van Geemen, 1759.
21 Akte van transport door de lutherse gemeente aan Albertus van Broek van een huis, erf en grond, met het gebouw ernaast, in gebruik geweest als lutherse kerk, aan de Strosteeg, 1749.
22 Akten van verhuur door de lutherse gemeente aan Johannes van Nieuwkerk van een huis aan de Springweg, 1754, 1760.
- Muller Fz., S., Catalogus van het Museum van Oudheden, 1878. Hierin: blz. 3 (afd. 1: Architectuur, nr 6: Medaillon met voorstelling van de Heilige Maagd, afkomstig van de gevel van een huis in de Stroposteeg, "vroeger kerk der Evang.-Luth. gemeente.").